Kindermishandeling, wat is dat precies?
Altijd als ik het woord kindermishandeling noem, tijdens een voorlichting, training of presentatie, knikt iedereen om mij te laten weten dat men begrijpt waar ik het over heb. En in grote lijnen is dat natuurlijk ook zo. Maar als ik tien verschillende mensen vraag ‘wat vind jij kindermishandeling’ dan krijg ik tien verschillende antwoorden. Niet helemaal natuurlijk, maar in de nuances en in de invulling zitten wel degelijk heel grote verschillen.
Tijdens voorlichtingen gaan we altijd in gesprek met de deelnemers over hoe ‘definieer je kindermishandeling’. Dit doen we aan de hand van een voorbeeld. De deelnemers gaan eerst met elkaar, in kleine groepjes met elkaar in gesprek over de vraag; is er in dit voorbeeld sprake van kindermishandeling? De opdracht aan de deelnemers luidt dan ‘kom op basis van argumenten tot één conclusie; wel of geen kindermishandeling. En elke keer weer blijkt hoe moeilijk dat is.
Heel vaak zijn mensen het niet met elkaar eens, en heel vaak lukt het de deelnemers niet om tot één conclusie te komen (in een groepje van maximaal vier personen!). ‘Ik ben vroeger ook wel eens geslagen, en daar ben ik helemaal niet slechter van geworden’ zegt de één, terwijl haar collega elke vorm van fysiek straffen kindermishandeling vindt.
Bij kindermishandeling gaat het namelijk ook altijd over eigen ervaringen, ‘hoe ben ik zelf opgevoed’, wat heb ik zelf meegemaakt, en hoe kijk ik daarnaar. Wat is er ‘normaal’ in de omgeving waarin ik ben opgegroeid of waarin ik woon. En vanuit die eigen ervaringen geven we invulling aan het woord kindermishandeling.
De opdracht voor alle professionals die met kinderen en gezinnen werken, is dat zij signalen van kindermishandeling moeten kunnen herkennen en vervolgens moeten gaan handelen. Maar als we met z’n allen eigenlijk niet precies weten wáár we naar moeten kijken, dan wordt het signaleren wel heel erg moeilijk.
Daarom is het belangrijk om in je organisatie, in je team, met je collega’s het gesprek te voeren over ‘wat vinden wij nu precies, met nadruk op precies, kindermishandeling (binnen de kaders van de wet natuurlijk), en wanneer vinden wij dat we in actie moeten komen’.
Dit heeft twee voordelen: A. het wordt duidelijk en concreet waar je naar moet kijken én B. op deze manier maak je van het signaleren van kindermishandeling teamwork.
En het heeft ook een nadeel; het concretiseren van het woord kindermishandeling, maakt ook dat het leed wat achter het woord schuil gaat, heel duidelijk wordt, en misschien ook wel heel dichtbij komt.
En toch is het nodig; alleen door met elkaar steeds weer in gesprek te gaan, gaan we ‘een beter oog ontwikkelen’ voor alle signalen, die de 119.000 kinderen die jaarlijks mishandeld worden, ons laten zien.