Wat zou je doen?
Begin mei hoorde en las ik het verhaal van Tom Verweij, werkzaam als inspecteur bij politie Zaanstreek. Het ging over twee kleine, ernstig verwaarloosde jongetjes die hij, na een melding, in een woning aantrof.
Diezelfde Tom zat ’s avonds bij Pauw. Daar sprak hij ook zijn verwondering uit over het feit dat het maanden had geduurd voordat iemand in actie was gekomen om deze jongetjes te helpen.
En toen gebeurde er iets bijzonders aan tafel. Want eigenlijk reageerde iedereen met ‘ja maar, het is ook niet makkelijk om in te grijpen’.
Wat zou je doen?
Maar stel, je woont bij mij aan de overkant van de straat. Op een avond kijk je toevallig uit je raam, en het lijkt wel heel erg op dat er bij mij brand is. Wat doe je dan? Denk je: ‘Ach, misschien zie ik het verkeerd’ of ‘misschien heeft Ted de vuurkorf lekker aan in haar kamer’. Bedenk je misschien dat het ongepast is om je met mijn zaken te bemoeien? Of, neem je geen risico en bel je de direct de brandweer?
Of stel; je loopt op straat en vlak voor je loopt een vrouw met een peuter op de stoep naast een drukke straat. En je ziet dat de peuter één seconde aan de aandacht van de vrouw ontsnapt en dreigt de weg op te lopen. Jij kunt die peuter zonder moeite bij de hand grijpen en behoeden voor een vreselijk ongeluk.
Wat doe je dan? Denk je ‘die vrouw oefent met het kind in luisteren’ of ‘deze vrouw weet dat ze het kind kan vertrouwen en dat er niks gebeurt. Denk je misschien ‘daar ga ik me niet mee bemoeien’? Of pak je het kind bij de hand en zorg je ervoor dat het niet onder een auto loopt.
In beide gevallen denk ik dat je tot actie overgaat. En stel dat je daar vervolgens een compliment over krijgt, dan wuif je dat ook nog weg, ‘want het is toch logisch dat je dat doet als er een gevaarlijke situatie dreigt’.
En wat zou je doen als het gaat om vermoedens van kindermishandeling?
Maar waarom is het dan niet logisch om in actie te komen als je allemaal signalen oppikt dat de thuis situatie niet veilig is voor een kind. Waarom vinden we het dan allemaal logischer dat we heel lang wachten, ’tot we het zeker weten’, voor we in actie komen?
Het is een redelijk simpele vraag, waarvan ik weet dat die niet simpel te beantwoorden is. Maar het is wel een vraag die belangrijk is om aan elkaar te stellen. Om met elkaar in gesprek te gaan over waarom vinden we het zo moeilijk? Welke gevoelens, gedachten, systemen houden ons tegen?
En belangrijker nog, hoe kunnen we ervoor zorgen dat we deze gedachten, gevoelens en systemen niet langer leidend laten zijn.
En begrijp me niet verkeerd, ik pleit niet voor een heksenjacht op ouders, of voor ongefundeerde beschuldigingen. Waar ik voor pleit is dat we met elkaar gaan onderzoeken waarom we zo lang wachten met in actie komen. Want daarmee beschadigen wij, als omstanders, de 119.000 kinderen die mishandeld worden nog een keer. Want als we deze kinderen niet te hulp komen, verwaarlozen wij, als samenleving, deze kinderen. En we weten hoe schadelijk dat is.